Psalm 57: God, de Heerser van hemel en aarde

Verhef U boven de hemelen, God,

laat uw glorie heel de aarde vervullen

Tekst: Psalm 57

Voor de koorleider. Op de wijs van Verdelg niet. Van David, een stil gebed, toen hij voor Saul was gevlucht in een spelonk.

Wees mij genadig, God, wees mij genadig,

want bij U is mijn leven geborgen.

In de schaduw van Uw vleugels zal ik schuilen,

tot het doodsgevaar is geweken.

Ik roep tot God, de Allerhoogste,

tot God, die mij beschermt.

Uit de hemel zal Hij hulp sturen,

wie mij bedreigt, wordt smadelijk verjaagd.

Ja, God stuurt mij zijn liefde en trouw.

Tussen leeuwen moet ik liggen,

tussen dieren die mensen verslinden,

hun tanden zijn speren en pijlen,

hun tong is een geslepen zwaard.

                Verhef U boven de hemelen, God,

laat uw glorie heel de aarde vervullen.

Ze hadden een net over mijn weg gespannen,

mijn voeten raakten erin verstrikt,

ze hadden voor mij een kuil gegraven,

maar vielen er zelf in.

Mijn hart is gerust, o God,

 mijn hart is gerust,

ik wil voor u zingen en spelen,

Ontwaak, mijn ziel, ontwaak

met harp en lier,

ik wil het morgenrood wekken,

U, Heer, zal ik loven onder de volken,

over U zingen voor alle naties.

Hemelhoog is uw liefde,

tot aan de volken reikt uw trouw,

Verhef U boven de hemelen, God,

laat uw glorie heel de aarde vervullen.

Bijbelstudie:

Vooraf. Voor de Bijbelkring van mijn kerkelijke gemeente heb ik een inleiding geschreven over Psalm 57. Dit keer dus een andere opzet voor de Bijbelstudie, zoals je van me gewend bent. Ik begin deze studie met de  test jezelf-vragen  (vragen, bedoeld om het  Bijbelgedeelte dichterbij je eigen leven van alledag te brengen om zo het toe te kunnen passen in je eigen leven). Ben je verder nog erg benieuwd naar hoe, erg in het kort, de psalm is opgebouwd, lees dan verder. Tenslotte geef ik een korte uitleg per vers. 

Test jezelf:

• 1.       Wat leeft David dicht bij God!Hij rent eerst naar God toe, voordat Hij zijn klacht uit in een persoonlijk gebed. Ongelooflijk groots! Beginnen wij niet eerst meestal met een klachtenlijstje om daarna pas misschien de geborgenheid van God te zoeken?
• 2.       Kennen wij zo’n geloofszekerheid die je niet zozeer voelt, als wel dat je weet dat deze er is? Geloof als vast vertrouwen, een zeker weten: ook als je volledig aan de grond of in de knel zit, benauwend in angst zit?
• 3.       David zingt, schreeuwt tot God: U bent de Allerhoogste, laat dan uw heerlijkheid aan heel de aarde en boven de hemelen zien! Schreeuwen, zingen of dansen wij dit wel eens naar God? Dat ons hart echt opgaat in lofprijzing. Een lied dat uitstijgt boven het beschrijven van een almachtige God, een lied of roep dat vraagt of God zijn heerlijkheid wil laten zien?
• 4.       David heeft geschreeuwd, geroepen om Gods genade en om het zien en ervaren van Gods heerlijkheid. God heeft David gehoord en verhoord!  Dat zingt David uit, daar wil hij God voor danken met muziek en zang. Iedereen moet van Gods genade en heerlijkheid weten! David is bepaald niet een heilig boontje geweest, maar wel een man die zijn hart volledig aan God had gegeven. Ik kan best jaloers zijn op zo’n diep brandend geloof in God onze Koning. En jullie?
• 5.       Laat uw glorie heel de aarde vervullen! Hiermee sluit hij zijn intensieve gebed af en zijn lofzang op God, wanneer God hem verhoord heeft. Bij een lofzang op verlossing lijkt dat een veel logischer en gemakkelijker afsluiting dan na een gebed om redding van je doodsvijand, of niet?
• 6.       Waar denk jij aan bij gebedsverhoring? Denk je dat God dan je dan geeft wat je gevraagd hebt, of doet Hij doet ook op hele andere manieren die je niet verwacht had?
• 7.       Heb het er eens thuis of met je vrienden eens over of iemand weleens gebedsverhoring heeft meegemaakt. Zo ja, hoe dan? Was het, zoals jij graag had gewild? Het is ook erg  goed om ervaringen van de nabijheid van God en/of meegemaakte verhoringen op te schrijven, zodat je er later nog eens ter bemoediging naar terug kan bladeren.

Opbouw:

 De volgende structuur viel me in de Psalm op:

Deze psalm bestaat uit 2 gedeelten:

• Deel 1: Psalm 57: 1-6

Intensief gebed van David in doodsnood

• Deel 2: Psalm 57: 7-12

Hartstochtelijke lofprijzing van David voor God de Heer

• Beide delen eindigen met hetzelfde refrein:

Verhef u boven de hemelen, God

Laat uw glorie heel de aarde vervullen.

Uitleg per vers:

Opschrift:

·         Wat het eerste gedeelte betreft “Verdelg niet” daar zijn vele gedachtes over die ik nu niet nodig vind voor de uitleg van de wat de Psalm nu aan ons te zeggen heeft.

·         Het tweede gedeelte verwijst of naar Davids verblijf in de spelonk van Adullam. Lees maar eens na in I Samuël 22: ) of in de spelonk van Engedi. Dit kan je nalezen inI Samuël 24: 4

Vers 1-6:

Vers 1: David roept God om hulp, omdat hij in doodsgevaar is. Hij zoekt een schuilplaats en geborgenheid bij God.

Vers 2-3: Deze verzen staan in de 2^e persoon. Het is een persoonlijk gebed. God, Wees mij genadig:. Dit bidt David, omdat hij in doodsgevaar is. Hij bidt tot God, omdat hij het volgende vast gelooft en weet: “want bij U is mijn leven geborgen.”

Vers 4: In dit vers gaan we over naar de 3^e persoon. Daardoor krijgt het een beschrijvend karakter. Hier lezen we over Davids geloofszekerheid:  de zekerheid van de God, Die er altijd bij is. Van de God, Die hulp zal sturen. Hij is liefde en trouw. David is er zeker van dat God hoort en hem genadig is.

Vers 5: De vijand wordt afgeschilderd als verslindende leeuwen. David is een prooi. De vijanden staan hijgend boven hem op het punt hem te verslinden.

Vers 6: zoals God zijn liefde en trouw uit de hemel zendt (vers 4), zo is ook zijn heerlijkheid verheven boven de hemel. Eer aan God: de Allerhoogste. Hij is de Allerhoogste, groter dan de hemel en aarde bij elkaar. Hij heerst over alles en iedereen!

Vers 7-12:

Vers 7: David pakt Vers 5 hier weer op: de dichter gaat zwaar gebukt door het leven tegenover vers 7: de vijanden die hem deze periode zo zwaar hebben gemaakt, zijn nu zelf het slachtoffer van hun eigen handelingen. Ze zijn zelf in hun eigen gegraven kuil gevallen. Hij heeft de genade van God ervaren! God heeft gehoord!

Lofprijzing vers 8-12 is praktisch gelijk aan psalm 108: 1-6. Lees deze er maar eens op na.

Vers 8: Nu wordt hij niet meer opgejaagd, de vijand is in zijn eigen kuil gevallen. Nu heeft hij echte rust gevonden.

Vers 9: Nu kan hij de tijd nemen voor muziek en kan en wil hij uit volle borst dankbaar zingen. Iedereen moet horen van deze grote God: David wil het morgenrood wekken!

Vers 10: Iedereen , alle landen moeten horen hoe groot God is!

Vers 11: Gods liefde en trouw zijn hemelhoog, reiken tot de wolken

Vers 12: Hetzelfde refrein als aan het eind van het eerste gedeelte. Het eerste gedeelte, waar David zijn nood in gebed bij God brengt.

Zowel in gebed om hulp als bij lofzingen over bevrijding , gaat David uit van dezelfde geloofszekerheid dat God de almachtige Heerser is over hemel en aarde en dat God dat zeker kan laten zien.