maandag 23 februari 2015

Gebed van de gelovigen

Gebed van de gelovigen



Tekst
Jacobus 5: 16
Het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet.

Handelingen 4: 23-31
Nadat Petrus en Johannes waren vrijgelaten, gingen ze naar de leerlingen en vertelden wat de hogepriesters en de oudsten hadden gezegd. Toen de leerlingen dat hoorden, riepen ze God eensgezind aan met de woorden: “Heer, U hebt de hemel en de zee geschapen en alles wat daar leeft, U hebt door de Heilige Geest, bij monde van onze voorvader David, uw dienaar, gezegd:

                “Waarom snoeven de volken
                En beramen de volksstammen zinloze plannen?
                De koningen van de aarde zijn aangetreden
                En de heersers spannen samen tegen de Heer en zijn gezalfde.”

Want inderdaad, in deze stad hebben allen samengespannen tegen Jezus, uw heilige dienaar, die door  U is gezalfd: Herodes, Pontius Pilatus, alle volken en ook de stammen van Israël, om datgene te doen waarvan U had bepaald en voorbestemd dat het moest gebeuren. Welnu, Heer, sla ook nu acht op hun dreigementen en stel ons, uw dienaren, in staat om vrijmoedig over Uw boodschap te spreken door ons bij te staan, zodat zieken genezing vinden en er tekenen en wonderen gebeuren in de naam van Jezus, Uw heilige dienaar. Toen ze hun gebed beëindigd hadden, begon de plaats waar ze bijeen waren te beven, en allen werden vervuld van de Heilige Geest en spraken vrijmoedig over de boodschap van God.

Bijbelstudie
In het tekstgedeelte hieraan voorafgaand lezen we dat Petrus en Johannes werden gevangengenomen door de priesters, Sadduceeën en de tempelwacht, omdat ze getuigden van de opstanding uit de dood en vertelden dat uit naam van Jezus een man genezen was, die veertig jaar verlamd was geweest. Uiteindelijk werden ze de volgende dag weer vrijgelaten, omdat deze leiders van de tempel het wonder niet konden ontkennen en er veel getuigen bij waren geweest. Zij verboden Johannes en Petrus wel uitdrukkelijk de naam van Jezus niet meer te gebruiken. Maar toen zeiden Petrus en Johannes: “Kunnen wij het tegenover  God verantwoorden om wel naar u te luisteren en niet naar Hem? Oordeelt u zelf! We moeten immers wel spreken over wat we gezien en gehoord hebben.”
Hebben we niet vaak de neiging om maar onopvallend christen te zijn, zodat je gewoon mee kan doen met de rest en op zondag toch nog trouw God kan dienen in een beschermde kerk met een dikke muur?

Petrus en Johannes laten dit voorbeeld niet zien! Het geloof spat eraf! Ze kunnen niet stoppen met getuigen van het reddingswerk van de Heer Jezus. Ze moeten wel spreken over wat ze gezien en gehoord hebben! Toen Johannes en Petrus werden vrijgelaten, vertelden ze gelijk aan de leerlingen van Jezus wat de oudsten en de hogepriesters hadden gezegd. En de leerlingen? Zij verstopten zich niet bang in een hoekje voor de dreigementen van de leiders van de tempel, maar vroegen vol overgave volop vrijmoedigheid om Gods boodschap door te geven. Ze baden om Gods nabijheid en hulp, zodat er zieken genezing vinden en er tekenen en wonderen gebeuren in de naam van Jezus.
Psalm 2 heeft David geschreven. In zijn tijd actueel, in de tijd van Handelingen actueel, nu eveneens actueel! Zijn er nog veel heersers die zich iets van God aantrekken? Nee toch, zeker! Ze moeten niets hebben van God. Ze zoeken het zelf wel uit. Ze weten het zelf beter: Gods tijd is om. Maar Gods tijd is niet om! Hij heeft zijn Zoon tot Koning gezalfd. Hij heeft Hem de macht gegeven over hemel en aarde! Daar kunnen de aardse koningen niets tegen beginnen met hun zinloze plannen, geweld en machtsvertoon.

En wij? Bid dit gebed van de gelovige! Bid om vrijmoedigheid om in deze koude, ik-gerichte wereld over Gods liefdevolle boodschap te spreken. God wil nog steeds laten zien dat Hij de Almachtige is. Ook nu laat Hij, op Zijn tijd, tekenen en wonderen zien! Bid dit gebed! Nu, je zegt dat wel zo stellig, kan je zelf een voorbeeld noemen dan, dat je hebt meegemaakt of gehoord uit betrouwbare bron?