donderdag 26 januari 2012

Geestelijk groeien: een opdracht?


Geestelijk groeien: een opdracht?

En Ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop Ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart, zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt, zal ook in de hemel ontbonden zijn. Mattheus 16: 18-20

Au, wat een verantwoordelijkheid…!
Het zal je maar gezegd worden! Jezus benoemt jou tot de basis van de kerk van Christus! Nadat Jezus naar de hemel was gegaan, kreeg deze kerk de opdracht het christelijk geloof te laten zien en te laten horen. De kerk die moet laten zien wie God de Vader, de Here Jezus en de Heilige Geest voor ons zijn en wat ze voor ons betekenen. Wat een ongelooflijke verantwoordelijkheid! En zeker voor een Petrus die aan de basis staat van de allereerste christelijke gemeente!
Alles wat je zegt en welk voorbeeld je geeft, heeft gevolgen voor het geloof van de ander. Hoe sta jij in het dageljks leven? Hoe spreek jij over God? Hoe ga jij om met God? Hoe spreek jij over de ander? Hoe ga jij om met de ander? Hoe ga jij om met de schepping?
Om uiteindelijk een trouwe overtuigde gemeente van Christus te zijn die onze Heer, als Hij terugkomt met open ogen en open armen kan ontvangen.

Ja, maar…
Ja, maar, Petrus was een van de twaalf apostelen van Jezus. Hij heeft jaren met Jezus meegelopen. Hij heeft kunnen meemaken wat Jezus deed en wat Hij vertelde. Hij kon Hem om uitleg vragen en heeft vele wonderen met eigen ogen gezien. Hij heeft Zelfs zijn opstanding en hemelvaart mogen zien en Pinksteren mogen meemaken. Zo kan ik ook veel geloof hebben…
Is dat zo? Denk je dat het voor Petrus gemakkelijker geloven was, dan voor ons nu? Nu we ‘slechts’ een Bijbel ter beschikking hebben en een kerkelijke gemeente, waar we ons geloof met elkaar kunnen beleven?

Effe bladeren…
Geroepen, persoonlijk door Jezus, dat lijkt me wel wat..
Lees de Bijbel eens goed door, dan merk je dat Petrus helemaal niet zo’n geloofsheld was.In Marcus 1: 16 lezen we dat Simon Petrus geroepen wordt door Jezus. Kort daarna liet Jezus zijn macht zien door vele zieken te genezen en bezetenen van boze geesten te bevrijden.
Nou ja, geloven is nou ook weer niet zo gemakkelijk…
Maar aan het eind van Marcus 4 lezen we al, dat de discipelen, incluis Petrus, er niet op vertrouwen dat ze bij Jezus veilig zijn op de boot in de storm op het meer. Ze zijn doodsbang!

Wauw, wat een gave, ik wou dat ik die kreeg…

In Marcus 6: 6-13 lezen we dat de discipelen op ‘stage’ werden gestuurd en de grote! macht kregen om vele demonen uit de drijven en zieken te genezen.
Oeps, geloven is niet alleen iets krijgen het is ook vertrouwen hebben…
In Mattheus 14: 28-33 (gedeelte ook in Marcus 6: 45-52) lezen we over Jezus die over het water liep. Petrus vertrouwt de eerste stap op het water blindelings op Jezus, maar als hij gaat twijfelen en bang wordt van de golven gaat het mis. Jezus moet hem te hulp komen: Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?Aan het begin van dit hoofdstuk lezen we van het wonder van de vijf broden en twee vissen die een overvloedig maal gaven, met veel over, aan vijfduizend mannen + vrouwen en kinderen. maar ook dit wonder heeft het geloof van de discipelen niet vergroot: ze zien Jezus allereerst voor een spook aan en Petrus zinkt de moed en het geloof en het water in de schoenen na enkele stappen op het water.
Daar is wel even tijd en groei voor nodig…
In Marcus 8/ Mattheus 16: 18 belijdt Petrus zijn geloof in Jezus Christus als de Zoon van God.

Oeps, soms kan zelfs de beste een hele grote steek laten vallen…

vrijdag 13 januari 2012

Last van een groot ego? Ik en mijzelf....

Twaalf maanden later, toen de koning op het dak van het koninklijk paleis van Babel liep te wandelen, zei hij: “is Babel niet indrukwekkend, de koningsstad die ik door mijn grote macht heb gebouwd tot eer van mijn majesteit?”…er klonk een stem uit de hemel: “Dit wordt u aangekondigd, koning Nebukadnessar: Het koningschap is u ontnomen. U wordt verstoten door de mensen…” (Daniel  4: 25-29a)



Last van een groot ego?!

Ik en mijzelf…

En, bij jij er zo een die wel denkt het zelf even voor elkaar te boksen? Eentje die denkt de ander niet nodig te hebben? Immers, jou lukt het altijd wel. Die anderen zijn maar slome sukkels. Immers, je hebt toch branie genoeg?! Daar kan niemand tegen op. Je hebt rijke ouders. Die knappen heus wel dat karweitje voor je op. Je bent ongelooflijk populair: je hebt vrienden in overvloed. je kunt alles wel voor elkaar krijgen. Daar hoef je geen moeite voor te doen. Iemand echt om hulp vragen? ben je gek! Zo diep zinken hoef IK gelukkig niet!

Een bekend voorbeeld met zo’n grote IK vinden we ook in de Bijbel: koning Nebukasnessar.

Hoogmoed komt voor de val:

Koning Nebukadnessar was een groot machtig koning over een groot en bloeiend BabyloniĆ«: Babel was een wereldberoemde stad met haar beroemde hangende tuinen. De heidenen zagen in deze machtige koning een god, evenzo hijzelf… Hij weet zelf te goed hoe beroemd hij is en hoeveel macht hij heeft.

In Daniel 2 lezen we over een reusachtig beeld met een prachtige glans. Het koninkrijk van Nebukadnessar was het machtigste gedeelte van het beeld: het machtigste koninkrijk, na zijn koninkrijk kwamen er alleen maar minder machtige rijken. Zijn rijk was het zuiver gouden hoofd van het beeld. Maar uiteindelijk verbrijzelt Gods koninkrijk zijn rijk en alle koninkrijken die na hem komen. Gods koninkrijk gaat niet over in een ander koninkrijk, het zal eeuwig blijven bestaan. Dit brengt koning Nebukadnessar op de knieen voor de Here God.