‘Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods
reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar
ook voor andere volken.’
Romeinen 1:16
Groet elkaar met een heilige kus!
Romeinen 16:1-16
Paulus, de onverschrokken missionair. Grote bewondering heb
ik voor hem. Hoe hield hij het vol! Wat een groot vertrouwen had
hij in zijn Heer die hem zijn missionaire opdracht bij Damascus gegeven had. ‘Hij is het instrument dat ik gekozen heb om mijn naam uit te dragen onder alle
volken en alle heersers en onder al de Israëlieten.’
Hij is hier op zijn derde
zendingsreis onderweg naar het hol van de leeuw: Jeruzalem met haar Joodse
bolwerk dat zich fel tegen de christenen keert om daar, bij de de wortel van de
christengemeenten, een collecte voor de armen af te dragen. Deze was ingezameld
door gemeenten in Macedonië en Achaje. Paulus wil met deze collecteafdracht de
eenheid benadrukken van de christenen in de wereld. Hij laat ons hier zien hoe
belangrijk het is samen kerk te zijn. Gods gemeente reikt veel verder dan de
deuren van ons eigen kerkje: deze is over de wereld verspreid, elk met zijn
eigen tradities en hebbelijkheden. Maar wel elk met Romeinen 1:17 ‘De
rechtvaardige zal leven door geloof’ op de voordeur, levend naar dit Bijbels
Woord.
Zet je deuren, ogen en oren open naar de christenen naast je, ook al
zijn ze lid van een heel ander soort kerk dan jij gewend bent. ‘Groet elkaar
met een heilige kus: de kus der liefde. Alle gemeenten van Christus laten u
groeten.’ (vers 16) Geef elkaar de hand, omhels elkaar, toon elkaar je liefde
en verbondenheid in Christus!
Waarschijnlijk heeft Paulus deze brief in Korinte geschreven, tijdens zijn derde zendingsreis rond 55-58 n. Christus. We weten dat
onder keizer Claudius de Joden werden verdreven uit Rome en na zijn dood in 54
weer terugkwamen. Het is goed mogelijk dat zij met Pinksteren het evangelie
naar Rome hebben gebracht. De gemeente Rome bestond al voordat Paulus erheen
ging.
Door God
bijeenvergaderd,
een volk dat Hem behoort,
als kind’ren van een Vader;
als kind’ren van een Vader;
een doop, een Geest, een woord.
Zo offert allerwege
Zo offert allerwege
de kerk U lof en prijs.
Een naam is
aller zegen,
een brood is aller spijs.
(Gezang 303: 2 Liedboek voor de kerken
2004)
Geschreven voor Leidraad (IBB)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten