vrijdag 13 januari 2012

Last van een groot ego? Ik en mijzelf....

Twaalf maanden later, toen de koning op het dak van het koninklijk paleis van Babel liep te wandelen, zei hij: “is Babel niet indrukwekkend, de koningsstad die ik door mijn grote macht heb gebouwd tot eer van mijn majesteit?”…er klonk een stem uit de hemel: “Dit wordt u aangekondigd, koning Nebukadnessar: Het koningschap is u ontnomen. U wordt verstoten door de mensen…” (Daniel  4: 25-29a)



Last van een groot ego?!

Ik en mijzelf…

En, bij jij er zo een die wel denkt het zelf even voor elkaar te boksen? Eentje die denkt de ander niet nodig te hebben? Immers, jou lukt het altijd wel. Die anderen zijn maar slome sukkels. Immers, je hebt toch branie genoeg?! Daar kan niemand tegen op. Je hebt rijke ouders. Die knappen heus wel dat karweitje voor je op. Je bent ongelooflijk populair: je hebt vrienden in overvloed. je kunt alles wel voor elkaar krijgen. Daar hoef je geen moeite voor te doen. Iemand echt om hulp vragen? ben je gek! Zo diep zinken hoef IK gelukkig niet!

Een bekend voorbeeld met zo’n grote IK vinden we ook in de Bijbel: koning Nebukasnessar.

Hoogmoed komt voor de val:

Koning Nebukadnessar was een groot machtig koning over een groot en bloeiend Babylonië: Babel was een wereldberoemde stad met haar beroemde hangende tuinen. De heidenen zagen in deze machtige koning een god, evenzo hijzelf… Hij weet zelf te goed hoe beroemd hij is en hoeveel macht hij heeft.

In Daniel 2 lezen we over een reusachtig beeld met een prachtige glans. Het koninkrijk van Nebukadnessar was het machtigste gedeelte van het beeld: het machtigste koninkrijk, na zijn koninkrijk kwamen er alleen maar minder machtige rijken. Zijn rijk was het zuiver gouden hoofd van het beeld. Maar uiteindelijk verbrijzelt Gods koninkrijk zijn rijk en alle koninkrijken die na hem komen. Gods koninkrijk gaat niet over in een ander koninkrijk, het zal eeuwig blijven bestaan. Dit brengt koning Nebukadnessar op de knieen voor de Here God.


In Daniel 3 lezen we dat de vrienden van Daniel niet knielen voor het gouden beeld dat Nebukadnessar had opgericht. Ze worden in de brandende oven geworpen, maar God redt hen onbeschadigd uit het vuur. Dan schrikt Nebukadnessar en wijst zijn burgers op de macht van de God van Daniel. Hij verbiedt hen oneerbiedigte spreken over God. Maar hoe dan ook zijn hoogmoed, zijn trots blijft.

Lees nu Daniel 3: 31 tot Daniel 4: 34 goed door.

Verslaafd aan de zonde

Kijk eens bij jezelf naar binnen: welke zonde vind jij moeilijk om mee te stoppen? Roddelen lucht best lekker op af en toe: heb je lekker wat te kletsen bij een feestje… opscheppen over wat voor dure spullen jij allemaal kan kopen: het nieuwste van het nieuwste, het duurste van het duurste: kan je toch lekker de stoere jongen mee uithangen! En een sigaretje of meer roken of een paar biertjes te veel drinken kan toch geen kwaad? Heb je altijd wat om handen, heb je lekker lol en je lichaam kan best tegen een stootje, ja toch…?

Nebukadnessar kan niet zonder zijn superieure gevoel, zijn trots, zijn hoge statige majesteit. Hij is de machtigste man op aarde, hij zal het blijven, hij wil het blijven. Hij ziet niet in en hij kan niet inzien dat er toch echt Een machtiger is dan hij.

En dan grijpt God in: opnieuw door middel van een visioen. het visioen van de prachtige boom vol vruchten, die omgehakt wordt en daarmee totaal waardeloos wordt. De engel laat slechts de stronk staan, vastgeketend, zeven jaren lang, tussen het dauw en het gras. In vers 24 waarschuwt Daniel Nebukadnessar nog: doe uw zonden teniet door vrijgevig te zijn en maak uw onrechtvaardigheid goed door u te ontfermen over de armen- misschien dat uw welzijn dan mag voortduren.

Maar ook dit advies helpt koning Nebukadnessar niet: na twaalf maanden vervalt hij opnieuw in egocentrisme: “is Babel niet indrukwekkend, de koningsstad die ik door mijn grote macht heb gebouwd tot eer van mijn majesteit?”…

En hij krijgt de straf die God hem aangekondigd heeft. Hij raakt 7 jaar zijn verstand kwijt en hij eet gras als de dieren. Na 7 jaar gaan zijn ogen open en ziet hij eindelijke het verschil tussen hemelse majesteit en aardse macht. Een koning die zich niet op gelijke hoogte wilde stellen met zijn dienaren, zakt nog veel lager dan zijn dienaren: hij eet en leeft als een dier. Hij moet vreselijk diep zinken om in te zien, dat niet hij de enige echte machthebber was, maar God in de hemel.

Vergeving; geloof; bevrijding

Nebukadnessar had vergeving en geloof in God, de Almachtige nodig. Maar boven alles had hij bevrijding nodig. Hij wilde het wel, maar het lukte hem niet om van zijn trots, zijn egocentrische gedrag los te komen. God laat hem heel diep zinken door het voor 7 jaar zijn verstand af te nemen; Nebukadnessar, de machtigste koning op aarde: levend als een dier. Na deze 7 jaren leert Nebukadnessar, dat je als koning niet alleen maar naar beneden moet kijken, maar dat je allereerst omhoog kijken, omdat jij, maar God in de hemel de machtigste is. Hij leert God te prijzen in plaats van zichzelf. Hij leert Gods regering, Gods macht over de goden, ja, Gods almacht te belijden! En dit uit de mond van de machtige koning van Babel! Nebukadnessar had bevrijding ontvangen van zijn verslaving aan de zonde van hoogmoed.

Verlos ons van de boze

God is Degene die jou sterker maken kan dan de zonde!

“Vader, verlos me van de Boze. Vader, verlos me van het kwade dat ik bij mij draag. Want ik trek het zelf niet. U kan mij mijn zondeverslaving wegnemen. U regeert. U bent de Machtigste Koning. U bent zelfs machtiger dan de Boze!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten