'Als ze dan tot de HEER om
hulp roepen, zal hij hun niet antwoorden. Hij zal zijn gelaat voor hen
verbergen vanwege het kwaad dat ze begaan(...)De HEER is toch in ons midden? Ons
kan geen kwaad overkomen.'
Micha 3:4,11
Hoogmoed komt voor de val
Micha 3:1-12
Koning Jotam[1] regeerde evenals
zijn vader Uzzia naar de wil van God, maar de offerplaatsen bleven bestaan.
Zijn zoon Achaz[2]
ging veel verder. Hij deed niet wat goed is in de ogen van de Heer. Dat lees je
hierin dat hij zijn eigen zoon offert en de koning van Assyrië omkoopt als
bondgenoot met onder andere de tempelschatten! Wat een goddeloze heersers had
het volk Israël! Micha kreeg de zware opdracht om Gods oordeelsboodschap over te brengen dat
God Jeruzalem en de tempel met de grond gelijk zou maken. En dat tussen deze
goddeloze heersers en andere profeten, die zeiden namens God te spreken, maar
juist het volk naar de mond praatten voor eten en geld. Zelfs tussen priesters
die onderwijs in de tempel gaven tegen betaling. De corruptie was in alle
poriën van Gods rechtsstaat doorgedrongen. De leiders van het volk durfden
alles aan. Immers, zeiden ze: “De HEER is toch in ons midden? Ons kan geen
kwaad overkomen.” Ze waren overmoedig geworden, ze waren immers toch de leiders
van Gods volk!
Zo
was Gods volk losgelaten als schapen in de ruige wereld zonder dat een herder
voor hen zorgde. Daarom kon God niet anders dan Micha[3] sturen en een
oordeel uitspreken juist over het volk dat Hij zo liefheeft, maar dat zich door
het kwaad volledig heeft laten inpakken. Wat betekent dat nu voor ons? Blijf
dichtbij God, zoek telkens weer opnieuw zijn contact en zijn aanwezigheid. Stel
je nederig op naar God en naar je naaste in dienst van onze Koning. Stel je met
hart, ziel en verstand open voor Hem, dan wil de Heer ook in ons midden zijn en
zal Hij je als je liefhebbende Herder beschermen in goede en kwade tijden.
Micha profeteerde in de tijd dat
Jotam en Achaz regeerden in Juda. Deze profetie is een visioen dat Micha kreeg
over Samaria en Jeruzalem. Hij was een
tijdgenoot van Amos en Hosea in het noordelijke rijk en van Jesaja in
Jeruzalem.
- Voelt het voor jou of jij de hele wereld aankan en geen God nodig hebt? Of voel je je juist heel onzeker en denk je dat je erg weinig kunt?
- Ieder heeft talenten van God gekregen. Je hebt je talenten niet zelf bedacht en gemaakt, maar God heeft wel voor iedereen een plek toebedacht, waar hij zijn of haar talenten kan gebruiken. Welke talenten heb jij die jij voor Gods Koninkrijk in kunt zetten?
- Op welke manieren kun je je nederig opstellen naar God en je naaste?
- Hoe kun je dichtbij God blijven?
- Zoek jij telkens opnieuw zijn contact en aanwezigheid?
- Zo ja, hoe doe je dat dan?
[1] II Koningen 15:34-35
[2] II Koningen 16:2-4
[3] Micha betekent: wie is
aan God gelijk? Een getuigende naam van een profeet die de boodschap moet
brengen van de almachtige God, heerser over hemel en aarde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten