Tekst:
Psalm 107
1 ‘Loof de HEER, want hij is goed,
eeuwig
duurt zijn trouw.’
2 Zo spreken zij die door
de HEER zijn verlost,
die
hij verloste uit de greep van de angst,
3 bijeenbracht uit alle
landen,
uit
het oosten en het westen,
uit het noorden en het zuiden.
42 Wie oprecht zijn, zien
het met blijdschap,
wie
onrecht doet, moet zwijgen.
43 De wijze neemt dit ter
harte
en
kent de trouw van de HEER.
De gehele psalm heb ik
onderaan deze blog afgedrukt.
Bijbelstudie:
|
Wij mensen
hebben de grote drang om onafhankelijk te willen zijn. Als je als kind opgroeit
leer je langzamerhand het leven en de wereld om je heen kennen. Je wordt
groter, je kunt steeds meer, je krijgt meer levenservaring en op een goed
moment heb je je ouders niet meer zo nodig: je bent volwassen geworden. Je
trekt er zelf, onafhankelijk van je ouders, op uit.
Geldt dit
onafhankelijk willen worden alleen voor kinderen en tieners? Nee, dat geldt ook
voor volwassenen. Het is zo veel heerlijker om je eigen toekomst te mogen
uitstippelen: zelf je vrienden kunnen kiezen, je studie naar jouw keuze kunnen
afronden en er mee aan de slag gaan, zoals je zelf voor ogen hebt. Veel geld verdienen met je baan, zodat je een
prachtige eigen plek met mooi huis, luxe auto en fijne vakanties bij elkaar
kunt verdienen. Heerlijk toch? Dat wil toch iedereen?
En toch…komt
er o zo vaak een kink in de kabel van jouw zelf uitgestippelde toekomst. Waarom
gaat het veel moeilijker op school dan je had bedacht? Waarom doen de anderen
wiskunde op hun sloffen en heb jij nu net geen wiskundeknobbel? Waarom is er
net een numerus fixus op jouw studie gezet, zodat je er niet aan mag beginnen?
Waarom zijn er absoluut geen banen te vinden op jouw vakgebied?
Waarom is er
verdriet, pijn en ziekte in jouw familie? Waarom laten je vrienden je links
liggen? Waarom, waarom telkens weer al die dingen die jouw mooie beeld van een
ideale toekomst in duigen gooien?
Lees maar
eens psalm 107. Psalm blikt op verschillende manieren terug op levensverhalen
met een verleden vol onrecht en verdriet. Maar wel verhalen van mensen die
uiteindelijk verlost zijn door God; mensen, die Hij verloste uit de greep van de
angst.
1 ‘Loof de HEER, want hij is goed,
eeuwig duurt zijn trouw.’
2 Zo spreken zij die door de HEER zijn
verlost,
die hij verloste uit de greep van de
angst,
3 bijeenbracht uit alle landen,
uit het oosten en het westen,
4-9 : De
mooie uitgestippelde weg naar de toekomst is doodgelopen. Deze mensen waren de
levensweg volkomen bijster, ze dolen in een levenloze woestijn, ze zijn
volkomen uitgeput, honger en dorst kwelden hen, omdat ze hun Licht en Baken uit
het oog waren verloren.
Maar, de
Heer wees hen een woonplaats , omdat ze uit angst Hen om hulp riepen. We kunnen
niet leven zonder Gods leiding!
10-16:Deze
mensen zijn in de gevangenis terecht gekomen, omdat ze zich niet aan Gods Woord
hadden gehouden. Gestraft, eenzaam, zonder de hulp van een ander.
God brak hun
boeien aan stukken, toen ze om zijn hulp schreeuwden. God is trouw aan ons, bid
om zijn ingrijpen, we kunnen niet zonder!
17-22: Psychisch
volkomen gebroken, omdat ze voor het volle leven zonder God en gebod hadden
gekozen. Gebukt onder een kwaad geweten.
Ze riepen
uit angst tot de Heer, en ook toen was Hij trouw! Hij vergaf hen en ontrukte hen aan de dood.
23-32: In de
volle glorie van het verwerven van rijkdom en aanzien op handelsmissie, toen
God liet zien, dat wij mensen het niet zonder Hem kunnen. Hij greep in met
storm en noodweer, totdat deze rijke handelaars uit angst door de knieën gingen en God om hulp smeekten.
Ook als je
het goed voor elkaar hebt, kan je niet om Gods macht heen. Hij is de almachtige
Schepper, dan kunnen wij alleen maar roepen om zijn hulp en redding!
33-41: Wij
kunnen zaaien en maaien, planten en oogsten, maar uiteindelijk is het God die
het laatste Woord heeft. Is dat benauwend? Probeer het eerder te zien als een
opluchting: je kunt met alle dingen bij God komen en Hem alles voorleggen. Je
hoeft je niet los te vechten van God om zo je onafhankelijkheid te vinden. Hij
zal altijd je Vader willen zijn en de leiding willen hebben over je leven. Je
hoeft niet de problemen zelf op te lossen. God staat achter je en helpt je, als
jij Hem als je Vader wilt erkennen. Als jij Hem het Vaderlijk gezag toekent dat
Hem toekomt als de Heerser van hemel en aarde.
Al de
tegenslagen die we te verwerken hebben, worden hier niet minder door, maar je
levensweg wordt wel in een heel ander
perspectief gezet. God heeft de eindverantwoording, en jij kunt er als een kind
op vertrouwen dat Hij als je Vader het goede met je voorheeft. Je krijgt niet
alles wat je hebben wilt, maar je ontvangt wel de rotsvaste trouw van God de
Vader, op Wie je onvoorwaardelijk bouwen kunt!
42 Wie oprecht zijn, zien het met blijdschap,
wie onrecht doet, moet zwijgen.
43 De wijze neemt dit ter harte
en kent de trouw van de HEER.
Test
jezelf:
·
Kan jij dingen of
gebeurtenissen noemen die heel anders zijn gelopen dan je van tevoren had
bedacht?
·
Zijn er dingen gebeurd in
jouw leven die je uitgedachte levensideaal hebben omgegooid?
·
Kan jij onverwachte
gebeurtenissen noemen, waarvan je achteraf denkt, dat het zo toch de beste weg is, beter dan jij had kunnen bedenken?
·
Ik zelf heb ervaren dat je
door gebeurtenissen, die je zelf niet organiseren kunt en waar je bepaald niet
op zat te wachten, je direct erbij wordt bepaald dat je je eigen leven niet
uitstippelen kan, ook al zou je dat nog zo dolgraag hebben gewild. Je leert meer
bij de dag te leven en daarbij meer met dingen bezig zijn, die normaal details
lijken, maar in werkelijkheid veel
belangrijker zijn. En jij, heb jij dat ook ervaren, of juist helemaal niet?
·
Nee, van heel veel verdrietige
dingen begrijp ik ook niet, waarom ze gebeuren. Ik kan om veel van deze dingen
verdrietig en boos worden. Maar ik kan ook belijden dat God almachtig is en de
wereld in Zijn hand houdt, ondanks veel immens verdrietige dingen. Maak je geen
zorgen voor de dag van morgen, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. Leg
je zorgen af bij God de Vader. Wij mogen ons volledig afhankelijk opstellen van
Hem. Hij is trouw tot in eeuwigheid en Hij laat de werken van Zijn handen niet
uit Zijn handen vallen.
Psalm 107
1 ‘Loof
de HEER, want hij is goed,
eeuwig
duurt zijn trouw.’
2 Zo
spreken zij die door de HEER zijn
verlost,
die
hij verloste uit de greep van de angst,
3 bijeenbracht
uit alle landen,
uit
het oosten en het westen,
4 Soms
doolden zij door de woestijn,
maar
een weg in de wildernis,
een
stad, een woonplaats vonden ze niet.
5 Ze
kregen honger en dorst
en
kwijnden van uitputting weg.
6 Ze
riepen in hun angst tot de HEER –
hij
heeft hen bevrijd uit vele gevaren,
7 hij
wees hun de rechte weg,
de
weg naar een stad, een woonplaats.
8 Laten
zij de HEER loven om zijn
trouw,
om
zijn wonderen aan mensen verricht,
9 wie
dorst had, gaf hij te drinken,
wie
honger had, volop te eten.
10 Soms woonden zij in donkere krochten
als
slaven met ijzeren boeien,
11 want ze hadden zich tegen Gods woorden verzet,
de
raad van de Allerhoogste verworpen,
12 hij liet hen buigen onder een zware last,
ze
vielen, en er was niemand die hielp.
13 Ze schreeuwden in hun angst tot de HEER –
hij
heeft hen gered uit vele gevaren,
14 haalde hen weg uit donkere holen
en
brak hun boeien aan stukken.
15 Laten zij de HEER loven
om zijn trouw,
om
zijn wonderen aan mensen verricht,
16 bronzen deuren heeft hij verbrijzeld,
ijzeren
grendels verbroken.
17 Soms leidden zij een lichtzinnig leven
en
gingen onder hun zonden gebukt,
18 ze gruwden van elk voedsel
en
waren de poorten van de dood nabij.
19 Ze schreeuwden in hun angst tot de HEER –
hij
heeft hen gered uit vele gevaren,
20 hij zond zijn woord en genas hen,
ontrukte
hen aan het graf.
21 Laten zij de HEER loven
om zijn trouw,
om
zijn wonderen aan mensen verricht,
22 laten zij hem dankoffers brengen,
juichend
zijn daden bezingen.
23 Soms daalden zij af naar zee,
gingen
scheep en bevoeren het wijde water,
24 ze zagen de daden van de HEER,
zijn
wonderen op de oceaan.
25 Hij sprak en ontketende storm,
hoog
zweepte hij de golven op.
26 Zij stegen tot aan de hemel, vielen neer in de
diepte,
hun
maag keerde om van ellende,
27 ze tolden en tuimelden als dronkaards,
alle
kennis baatte hun niets.
28 Ze riepen in hun angst tot de HEER –
hij
leidde hen weg uit vele gevaren,
29 hij bracht de storm tot zwijgen,
de
golven gingen liggen.
30 Het verheugde hen dat de zee tot rust kwam,
hij
bracht hen naar een veilige haven.
31 Laten zij de HEER loven
om zijn trouw,
om
zijn wonderen aan mensen verricht,
32 hem hoog verheffen als het volk bijeen is,
hem
loven in de kring van de oudsten.
33 Hij maakt van rivieren woestijn,
van
waterbronnen dorstig land,
34 van vruchtbaar land een zoutzee
vanwege
het kwaad van de bewoners.
35 Hij maakt van woestijnen waterland,
van
dor gebied een bronrijke streek.
36 Hij laat daar wonen wie honger leden,
zij
stichten een stad, een woonplaats,
37 zaaien akkers in, planten wijngaarden,
met
een rijke oogst aan vruchten.
38 Zegent hij hen, zij worden zeer talrijk
en
ook hun vee breidt zich uit,
39 zegent hij niet, hun aantal neemt af, ze buigen
onder
de last van onheil en verdriet.
40 Hij stort schande uit over de aanzienlijken,
hij
laat hen dolen in een woestenij zonder uitweg;
41 de armen behoedt hij voor slavernij,
hun
families maakt hij talrijk als kudden.
42 Wie oprecht zijn, zien het met blijdschap,
wie
onrecht doet, moet zwijgen.
43 De wijze neemt dit ter harte
en
kent de trouw van de HEER.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten