maandag 19 maart 2012

Gods kerk uit één stuk


Gods kerk uit één stuk

“Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid” (I Timotheüs 4: 12).

Lees voor jezelf maar eens II Timotheüs 2: 1-13 en I Korinthe 12: 12-27 door.

Een zware taak

Timotheüs krijgt de taak om leiding te geven in de kerk. Hij is jong, en erg onzeker. Maar Paulus steekt hem het hart onder de riem dat hij deze taak van de Here God en van zijn gemeente gekregen heeft. Daarom hoeft hij niet onzeker te zijn, maar mag juist het voorbeeld geven van een eerlijke dienaar van God.

Wat moet ik doen?

Zo’n zware taak, als Timotheüs kreeg, zal je niet zo gauw voorgeschoteld krijgen. Maar je hebt, net als Timotheüs wel gaven van God gekregen. En wat doe je daarmee? Toch niet zoals die bange dienaar die zijn talent in de grond begroef? (Mattheüs 25: 24-28)
Nee, “wees sterk door de genade van Christus Jezus” (II Tim. 2: 1). Gebruik je talenten en laat zien hoe rijk en gevariëerd God hiervan uit kan delen! Steek je kerk met je enthousiaste inzet van jouw gaven aan! Zo wordt je kerk flitsender en juichender voor God dan je ooit had durven dromen!

Een coach

Timotheüs had een coach nodig. Gelukkig had hij een hele goede: Paulus. Waarom? Geloofsenthousiasme is fantastisch, maar het moet niet oververhit raken. Een kampvuur geeft warmte, licht en gezelligheid. Een kampvuur dat niet goed onder comtrole wordt gehouden, kan brand veroorzaken en dan zijn de warmte, het licht en de gezelligheid totaal naar de knoppen.

Spelregels

zaterdag 3 maart 2012

Geen antwoord...


Geen antwoord…

Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. “Mijn God!” roep ik overdag, en U antwoordt niet, ’s nachts en ik vind geen rust.

Lees voor jezelf maar eens Psalm 22.

Eenzaam en alleen

Het pispaaltje van de klas. Iedereen heeft wat op je aan te merken. Niks is goed. Alles gaat mis. Je voelt je alleen, in de steek gelaten door alles en iedereen. En als je thuis in je bed aan God vraagt of hij je een goede vriend wil geven, gebeurt er niks. Hoe hard je ook bidt, je blijft de eenling in de klas, die niet meedoet.

Ook David, de dichter van Psalm 22, vindt geen antwoord op zijn roepen naar God. De Here Jezus gebruikt deze woorden (vers 2) ook bij zijn laatste uren aan het kruis(Mattheüs 27: 46). Alles is donker, niemand helpt Hem, niemand bemoedigt Hem. Zelfs God, zijn Vader niet! Hij is totaal verloren en eenzaam. In deze totale eenzaamheid moet Hij zijn lijden voor onze zonden dragen.

Als je buiten de boot valt in de klas, omdat je niet goed in sport bent, je moeite met leren hebt, je niet populair bent, heb je gelukkig vaak wel een thuis waar je uit kan huilen of een vriendenkring van de kerk. Maar dat had Jezus niet. Zelfs zijn Vader had zich in duisternis gehuld.

Hij antwoordde wel aan zijn volk…

We gaan verder met vers 4 van psalm 22. Een direct antwoord heeft David niet gekregen op zijn roepen. Maar dan kijkt hij terug, of hij daar antwoord van God kan vinden. God heeft het volk Israël uit de slavernij van Egypte naar een nieuw land geleid! God had dit beloofd en zijn belofte uitgevoerd. Hij heeft het vertrouwen van zijn volk niet beschaamd.

Geef mij dan ook antwoord!