woensdag 10 juni 2015

God works in mysterious ways



God works in mysterious ways

Bijbeltekst: Romeinen 11: 33-36
Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? Wie heeft Hem iets gegeven dat door Hem moest worden terugbetaald? Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe in eeuwigheid. Amen

Bijbelstudie: Genesis 15: 1-6 en Genesis 22: 9-18


Ken je het schilderij: “Twee ijsberen in de sneeuw”? Het is een wit vlak en meer niet. Je herkent er geen ijsbeer in. Maar zeg niet dat ze er niet zijn.
Als ik met mensen spreek over God en geloven dan valt het mij op dat mensen dikwijls zeggen: "Ja, ik geloof wel dat er iets is. Maar of dat God is?" Laatst sprak ik een jongere en die zei: "Ik wil best wel in God geloven, maar je kunt het niet bewijzen." "Nee", zei ik. "Dat kan ook niet. Maar daarom zou je de uitdrukking 'geloven in' misschien af en toe moeten veranderen in het 'vertrouwen op'. Vertrouwen op God. Vertrouwen op God die ons ooit heel nabij is gekomen in Jezus. En niet alleen nabij is gekomen, maar ons ook nabij is gebleven." "Ja, dat vind ik moeilijk te geloven", was het antwoord. Ja, dat is in onze tijd ook misschien wel moeilijk te geloven. (deze inleiding komt uit Preek van de Week van de abdij “Koningshoeven”).
Denk hierbij eens aan bekende Bijbelverhalen, waarbij ook God op een de Bijbelfiguur ondoorgrondelijke manier zijn werk doet. God lijkt dan zo ontzettend afwezig. Denk aan bijvoorbeeld Abraham: Hij moet een oneindige reis maken door de woestijn en als Hij uiteindelijk zijn beloofde zoon ontvangt, moet hij hem naar de offerplaats brengen! Heel soms in zijn lange leven mag Abraham de stem van God horen, maar toch heeft Abraham wel de grondlegger van Gods volk mogen zijn als een grote schakel in de komst van Gods Koninkrijk. Nu wij terug mogen kijken door de Bijbel heen, mogen we zien dat God wel degelijk Abraham nabij was en Zijn beloften heeft waargemaakt. Ook Abraham heeft door zijn leven heen leren ontdekken dat God er voor hem was als een trouwe bondgenoot. Maar dat heeft hij alleen kunnen ontdekken, omdat Abraham door alles heen ook God trouw wilde blijven. Bedenk zelf maar eens nog meer zulke voorbeelden uti de Bijbel. Er zijn vele.
God geeft ook ons een eigen plek op aarde. Op deze plek geeft God ons een eigen stukje verantwoordelijkheid in Zijn wereld. Met deze stukje verantwoordelijkheid mogen wij als een arbeider in zijn wijngaard meebouwen aan zijn Koninkrijk, op welke manier, klein of groot, dan ook. God geeft ons hiervoor gereedschappen (gebed, Zijn Woord, zingen. de kerkelijke gemeente, talenten, kennis, welvaart enz.) die wij in ons leven moeten gebruiken. Bij de Schepping schiep God, geen kind die je aan de hand moet houden, die je alles voor moet doen, maar de mens met eigen verantwoordelijkheid, naar zijn beeld. Iemand met wie je op een volwassenen manier kan spreken en om kan gaan: “Laten wij mensen maken die Ons evenbeeld zijn, die op Ons lijken”. Ik geef je een kort voorbeeld uit mijn eigen leven om te laten zien dat zo'n eigen plek, met iegen verantwoording, op Gods wereld niet zo majestueus hoef t zijn, zoals bij Abraham. Mijn zoon zit op de basisschool en in zijn groep draait op zijn eigen manier ook een jongen met het syndroom van Down mee. Het is prachtig om te zien dat door de aanwezigheid van deze jongen, de klasgenoten veel meer naar elkaar om leren zien, dan ik in vele andere klassen heb kunnen ontdekken. Wat een mooie, bijzondere plek heeft deze jongen van God toch in zijn wereld hiermee gekregen! En wat mag hij hiermee veel van Gods liefde uitdragen!
Wanneer we ons vertrouwen stellen op God, en Zijn gereedschappen willen gebruiken, leren we Hem steeds beter kennen. En ook door middel van veel levenservaringen, gebeurtenissen waar je vaak absoluut nooit om zou hebben gevraagd, leert God ons deze gereedschappen steeds beter gebruiken. Het is moeilijk, soms voor je gevoel bijna onmogelijk om het vertrouwen in God vast te houden, door vele gebeurtenissen en ervaringen in je leven, waarbij de Gods leiding op dat moment gewoon niet kunt zien of ontdekken. Maar aan het eind van je levensreis is het Koninkrijk van God toch weer een stukje dichterbij gekomen. En daar mag jij, evenals Abraham, aan meehelpen! Als je weer met lege handen, wanhopig niet weet hoe het verder moet, denk en lees dan terug in de Bijbel. Lees over Abraham, of over Elia die zich wanhopig terugtrok in de woestijn, omdat hij eht echt niet meer zag zitten. Of Jozef, die de ene ellenide gebeurtenis na de andere mee moest maken. Maar schrijf ook op, als je een moment van God ontvangt, waarin je echt Zijn hand en zijn leiding mag zien. Een moment waarop je bewust de kracht van Gods Heilige Geest hebt ervaren. Dan kan je ook terugkijken, en gebruiken als een waterbron om je dorst te lessen, in je eigen leven, op momenten dat het droog en dor is.
Test jezelf...
  • Als jij eens rustig terugkijkt in je leven, kan je dan al gebeurtenissen, ervaringen beschrijven, waarin je de hand van God kan ontdekken?
  • Op welke manieren of bij welke gebeurtenissen heb jij de hand van God herkend in je leven?
  • Heb jij momenten gehad waarop je de kracht van de Heilige Geest bewust hebt ervaren?





dinsdag 7 april 2015

God en de overheid dienen, deel 2


Wie doet wat goed is, heeft van de gezagsdrager niets te vrezen

Bijbeltekst
Romeinen 13: 1-7 Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld. Wie zich tegen dit gezag verzet, verzet zich dus tegen een instelling van God, en wie dat doet, roept over zichzelf zijn veroordeling af. Wie doet wat goed is , heeft van de gezagsdragers niets te vrezen, alleen wie doet wat slecht is. U wilt niets van de overheid te vrezen hebben? Doe dan wat goed is en ze zal u prijzen, want ze staat in dienst van God en is er voor uw welzijn. Maar wanneer u doet wat slecht is, kunt u haar beter vrezen; ze voert het zwaard niet voor niets, want ze staat in dienst van God, en door hem die het slechte doet zijn verdiende loon te geven, toont ze Gods toorn. U moet dus haar gezag erkennen, en niet alleen uit angst voor Gods toorn, maar ook omwille van uw geweten. Daarom betaalt u ook belasting en staat wie belasting int in dienst van God. Geef iedereen wat hem toekomt: belasting aan wie u belasting verschuldigd bent, accijns aan wie u accijns verschuldigd bent, ontzag aan wie ontzag toekomt, eerbied aan wie eerbied toekomt.

12-14: De nacht loopt ten einde, de nacht nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht. Laten we daarom zo eerzaam leven als past bij de dag en ons onthouden van bras- en slemppartijen, ontucht en losbandigheid, tweespalt en jaloezie. Omkleed u met de Heer Jezus Christus en geef niet toe aan uw eigen wil, die begeerten in u opwekt.

Bijbelstudie
In het Grieks betekent het woord voor overheid: zij die beschermt en bewaart. En in oorlogstijden, oorlogsgebieden dan? Overheden die voor eigen gewin kiezen en niet voor het volk dat ze bewaren en beschermen moet. Het is dan toch gewoon niet mogelijk, wat Paulus daar zegt?
Doe wat goed is, dan heb je niets van de gezagsdrager te vrezen. Niet alleen uit angst voor Gods toorn, maar ook omwille van je geweten. Geef daarom belasting aan wie belasting toekomt, ontzag aan wie ontzag toekomt en eerbied aan wie eerbied toekomt. Dat zegt Paulus die regelmatig in de gevangenis is beland door van Jezus Christus te getuigen door felle veroordeling van de Joden en later zelfs ter dood veroordeeld is door het grote centrale gezag zelf: keizer Nero! Veroordeling tot de dood, omdat hij christen was!

En toch, toch zegt hij: Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt”.
Merken wij nog dat de Nederlandse overheid in dienst van God staat? Soms maar heel weinig, maar toch voert ze het zwaard niet voor niets, want ze staat in dienst van God schrijft Paulus. Heb geloof dat God echt op het juiste moment zal ingrijpen en oordelen. Wij hoeven dat oordeel niet te vellen, gelukkig maar! Vertrouw op Gods kracht. Wees niet bang voor de aardse gezagsinstantie, God is de heerser van hemel en aarde. Hij is de machtigste en juist Hij wil jouw vader zijn!
En toch zegt hij: heb eerbied voor het gezag, want zij is door God ingesteld. Alleen eerbied voor het gezag betekent niet dat je dan maar niet meer getuigt van God de Vader, als de overheidsinstantie  dat verbieden. Want God de Vader staat boven het gezag dat Hij zelf ingesteld heeft. Geef dus eerbied aan de gezagsinstellingen die boven je gesteld zijn, maar onthoud dat God boven deze gezagsinstellingen staat. En Hij bovenaan staat en zijn regels gaan boven de regels van de overheden en gezagsinstellingen.

Wat betekent dit praktisch voor mij? We vullen, ondanks weerzin, toch weer trouw ons belastingformulier in;  ik luister naar een agent als hij aangeeft, dat ik verkeerd geparkeerd heb;  ik zeg tegen mijn kinderen dat ze beleefd moeten zijn naar de leerkrachten en de opdrachten moeten doen op school enz.
Maar ik wil wel mijn zondagsrust houden, en luister niet naar de vele mensen om me heen die, mijns inziens, geen zondagsrust houden door i.p.v. God eer te bewijzen uitslapen, shoppen, shoppen en nog eens shoppen, hoewel alle andere dagen de winkels ook open zijn. Gauw hun werk afmaken voor maandag, hoewel ze op de andere dagen daar ook tijd genoeg voor hadden. Deze mensen zijn geen gezagsinstantie door God ingesteld en geven in mijn ogen geen voorbeeld van wat God van ons vraagt. God vraagt van ons om een dag rust voor hem te houden, ter ere van Hem en tot rust van jezelf. Doe dat als je zijn dienaar wilt zijn! Het kan en mag nu nog in ons land, de vrije zondag bestaat nog, gebruik deze mogelijkheid dan ook! Zoek zijn aanwezigheid in de eredienst, in de natuur, in de liefdesbanden die je hebt met je gezin of familie door er samen op uit te trekken of samen thuis te genieten voor Gods aangezicht. Eén dag voor God apart te zetten is toch niet teveel gevraagd? Bovendien is deze dag er ook voor jou,voor jou zelf heeft God hem ook ingesteld! Deze rust dag heb je nodig om je op te laden voor de komende week.

Omgord je daarom met de wapenen van het licht! Wees betrouwbaar, rechtvaardig, leef eerzaam naar gezagsdragers en naar de mensen om je heen. Laat hierin zien dat je een trouw dienaar van God wilt zijn. Een dienaar die iedereen overdag recht in de ogen kan kijken. Wie doet wat goed is, hoeft van de gezagsdragers niet te vrezen. Als je zo leeft zoals God van je vraagt, dan kan je iedereen recht in de ogen kijken, zelfs een overheidsinstantie, waar tegenover Paulus bijvoorbeeld stond of in vele andere oorlogssituaties met een bezettende regering. Want God is de Hoogst Gezagsinstantie. Hij is onze Koning en Hij is onze Vader! De meest machtige en liefdevolle gezagsinstantie die er is!


Ere zij God in de hemel!

Test jezelf
  • Kan jij daarmee overweg: gezag toekennen aan wie gezag toekomt, eerbied aan wie eerbied toekomt? Als je het volstrekt niet eens bent met beslissingen die de gezagsinstantie neemt?
  • Bedenk eens: wat zou jij doen in bijvoorbeeld de situatie van Paulus of in vele andere landen nu, tijdens grote christenvervolgingen? Of onder vele andere dictatoriale regeringen in deze tijd?Zou jij dan Paulus kunnen naspreken in zijn woorden? Hoe zou jij je opstellen?
  • Regeringen hebben gezag over landen, de Here God over de wereld. Kan en durf jij daarvan te getuigen? Kan je voorbeelden noemen uit je leven, waarin je Gods macht duidelijk kan of hebt ervaren?
  • Ook de leerkrachten op school zijn gezagsdragers, in dienst van de overheid. Ook aan hen moet je het gezag geven dat hen toekomt, omdat de overheid door God is ingesteld. Wat vind jij hiervan? Waarom zou je hen gezag moeten toekennen? Lukt jou dat ook? 
  • Ook als de leerkracht jou niet zo ligt, of als je vindt dat deze of gene niet goed les kan geven of arde kan houden? Hoe gedraag jij je dan in de klas?
  • Efeze1 : 23 God heeft alles aan Zijn (Jezus) voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld, voor de kerk, die zijn lichaam is, de volheid van Hem Die alles in allen vervult. Wow, wat een Gift en wat een verantwoordelijkheid. Wat betekent dit voor jou in je dagelijks leven, wanneer je weer eens te maken hebt met een gezagsinstantie, met wie je het op dat moment absoluut niet eens bent?

woensdag 11 maart 2015

God en de overheid dienen, deel 1

God en de overheid dienen, deel 1 

Geef de keizer wat van de keizer is en God wat God toebehoort.

Inleiding:

In dit begin van het jaar, hebben wij thuis, zoals elk jaar, het belastingformulier moeten invullen. Niet echt mijn favoriete bezigheid moet ik toegeven. Avonden ploeteren met als resultaat? Weer voor zovelen euro’s naar de overheid overmaken. En waarvoor? Voor veel zaken, waar ik heel anders over denk en heel andere beslissingen over zou nemen. En toch, vraagt God van ons dit domweg te betalen, of niet?


Hierover heb ik twee gedeeltes uit de Bijbel opgezocht. In deze blog bespreken we het eerste tekstgedeelte, het tweede tekstgedeelte, en deel uit Romeinen 13, bespreken we in de volgende blog.

Het eerste is een uitspraak van de Here Jezus en komt uit het evangelie naar Johannes. Deze tekst staat niet op zichzelf, maar staat temidden van een context, waaraan je niet voorbij kunt. Daarom beginnen we daarmee te lezen:


Mattheüs 21: 42-46 Daarop zei Jezus tegen hen: “Hebt u dit nooit in de Schriften gelezen: “De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden. Dankzij de Heer is dit gebeurd, wonderbaarlijk is het om te zien.” Daarom zeg Ik u: het koninkrijk van God zal u worden ontnomen, en gegeven worden aan een volk dat het wel vrucht laat dragen. Wie over de steen struikelt, zal gebroken , en iedereen op wie die steen valt, zal worden verpletterd.” Toen de hogepriesters en Farizeeën zijn gelijkenissen hoorden, begrepen ze dat Hij over hen sprak. Ze wilden hem graag gevangennemen, maar ze waren bang voor de reactie van de volksmassa, daar men hem voor een profeet hield.

Jezus was naar de tempel gegaan om de mensen de onderwijzen over de Here God. De hogepriesters en oudsten (waaronder de Farizeeën)) kwamen naar hem toe om Hem vragen te stellen.
Jezus antwoordt hen door middel van gelijkenissen:
 1. de man van de wijngaard met de twee zonen, van wie de één zijn Ja Nee liet zijn en van wie de ander zijn Nee Ja liet zien.
 2. De landheer die wijngaard aanlegde, deze verpachtte aan wijnbouwers en op reis ging. Wanneer Hij zijn knechten en tot slot zijn zoon stuurde om bij de druivenoogst in ontvangst te nemen, doodden ze hen en ook de Zoon, omdat ze dan de erfenis konden opstrijken
3. Het Koninkrijk van de hemel is als een bruiloftsfeest die de koning gaf voor zijn zoon. De genodigden weigerden te komen, maar de mensen van de straat wel.

De hogepriesters en de Farizeeën hadden door dat Jezus op hen doelde. Zij weigerden te luisteren naar de woorden van Jezus, omdat zij ervan overtuigd waren de wijsheid in pacht te hebben. Zij waren de oudsten en de geleerden van de Schrift, dus zij waren ervan overtuigd dat de mensen naar hun woorden moesten horen. Zij wilden daarom het recht hebben op de erfenis en gunden die niet aan de Zoon: Jezus. Zo hebben ze Jezus als hoeksteen van Gods Koninkrijk afgekeurd en daarmee ook geweigerd de uitnodiging voor het Koninkrijk van de hemel, het bruiloftsfeest voor de zoon van de koning, aan te nemen. Conclusie: ze wilden van Jezus af. Ze voelden zich aangetast in hun eer en wilden hun macht niet kwijt. Maar openbaar Jezus gevangen te nemen, durfden ze niet, want de mensen geloofden in Jezus als een profeet.

Daarom trokken ze een nieuwe trucendoos open.

Tekst:

Lees maar eens in Mattheüs 22: 15-22: Nu trokken de Farizeeën zich terug om zich erop te beraden hoe ze hem met een uitspraak in de val konden lokken. Ze stuurden enkele van hun leerlingen samen met een aantal Herodianen naar hem toe met de vraag: “Meester, wij weten dat U oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God. We weten dat U zich aan niemand iets gelegen laat liggen, U kijkt immers niemand naar de ogen. Zeg ons daarom, wat U vindt: is het toegestaan de keizer belasting te betalen of niet? Maar Jezus had hun boze opzet door en zei: “Waarom stelt u me op de proef, huichelaars? Laat me de belastingmunt zien.” Ze reikten hem een denarie aan. Hij vroeg hun: “Van wie is dit een afbeelding en van wie is dit opschrift?” Ze antwoordden: “Van de keizer.” Daarop zei Hij tegen hen: “Geef dan wat aan de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.” Ze waren zeer verbaasd toen ze dit hoorden. Ze lieten Hem staan en gingen weg.

Bijbelstudie:

Ze wilden met deze vraag Jezus betrappen op een uitspraak van ontrouw aan de keizer in bijzijn van de Herodianen, dienaren van Herodes, aangesteld door de keizer als heerser over o.a. Judea. Zodat ze zo op een legale manier van hem af konden komen.

 Maar Jezus trapt er niet in. Hij zegt, omdat dit geld van de keizer is, geef het dan aan hem terug, want: “Geef dan wat aan de keizer is aan de keizer,…” Hij is nu aangesteld als aards heerser over ons land en volk, geef hem dan wat deze heerser toekomt. Is Jezus blij met het beleid van de keizer? Lijkt me niet, als hij al als klein jongetje heeft moeten vluchten naar Egypte. Lijkt me niet, als je weet wat voor goden ze aanbidden en zelfs de keizer als god aanbidden. Lijkt me niet, als je weet dat Hij al van tevoren ziet dat Jeruzalem en haar tempel verwoest worden.

En toch zegt Hij geef aan de keizer, wat aan de keizer is,  Maar: “…geef aan God wat God toebehoort”: geef aan God de macht die Hem toebehoort! De keizer is niet de heerser van de wereld, Herodes is maar een onderheerser door de keizer aangesteld. Niet jullie, Farizeeërs, zijn de alleenheersers in de tempel. Niet jullie met al jullie wetten en regels zijn degenen naar wie we moeten luisteren, maar we moeten naar God luisteren. Open naar Zijn Woord luisteren. Want God is de Heerser over hemel en aarde, helemaal niemand anders.

 Het gaat niet om geld, zoals jullie zeggen: “Wee jullie, blinde leiders, jullie zeggen: “Wanneer iemand zweert bij de tempel, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij het goud van de tempel, is aan die eed gebonden.”Dwaas zijn jullie en blind, wat is nu van meer waarde: het goud of de tempel die het goud geheiligd heeft?” (Mattheüs 23: 16, 17).

Geld of goud willen jullie misschien wel, maar God gaat het niet om geld of goud, maar om ons hart. Het gaat om de dienst aan de Almachtige God en Vader!! Geef aan God je hart. Alleen het geld dat met het hart gegeven is, is geheiligd voor God. Aan God behoort ons hart toe. Aan de overheid het geld, waar zij om vraagt in de belastingheffing. Maar heb God lief boven alles en uw naaste als uzelf!

Test jezelf: 
• Als je per ongeluk verkeerd parkeert en daarbij een boete krijgt, elke maand weer vele euro’s via de belasting ziet verdwijnen naar de overheid, als je fiets gestolen wordt, je er aangifte van doet en je er verder niets meer van hoort dat überhaupt iets met je aangifte wordt gedaan. Wat denk je , of doe je dan? Ben je het met al de beslissingen en daarmee de uitgaven van de overheid eens, ga je foeteren tegen anderen, of berust je erin?
 • Of probeer je constructief aan het werk te gaan door je stem uit te brengen, te twitteren over belangrijke zaken die ons allemaal raken, lid te worden en mee te doen met een politieke partj enz.
 • Geef maar aan belastinggelden, wat de overheid vraagt, maar geef aan God je hart. Wat betekent dat voor jou?









maandag 23 februari 2015

Gebed van de gelovigen

Gebed van de gelovigen



Tekst
Jacobus 5: 16
Het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet.

Handelingen 4: 23-31
Nadat Petrus en Johannes waren vrijgelaten, gingen ze naar de leerlingen en vertelden wat de hogepriesters en de oudsten hadden gezegd. Toen de leerlingen dat hoorden, riepen ze God eensgezind aan met de woorden: “Heer, U hebt de hemel en de zee geschapen en alles wat daar leeft, U hebt door de Heilige Geest, bij monde van onze voorvader David, uw dienaar, gezegd:

                “Waarom snoeven de volken
                En beramen de volksstammen zinloze plannen?
                De koningen van de aarde zijn aangetreden
                En de heersers spannen samen tegen de Heer en zijn gezalfde.”

Want inderdaad, in deze stad hebben allen samengespannen tegen Jezus, uw heilige dienaar, die door  U is gezalfd: Herodes, Pontius Pilatus, alle volken en ook de stammen van Israël, om datgene te doen waarvan U had bepaald en voorbestemd dat het moest gebeuren. Welnu, Heer, sla ook nu acht op hun dreigementen en stel ons, uw dienaren, in staat om vrijmoedig over Uw boodschap te spreken door ons bij te staan, zodat zieken genezing vinden en er tekenen en wonderen gebeuren in de naam van Jezus, Uw heilige dienaar. Toen ze hun gebed beëindigd hadden, begon de plaats waar ze bijeen waren te beven, en allen werden vervuld van de Heilige Geest en spraken vrijmoedig over de boodschap van God.

Bijbelstudie
In het tekstgedeelte hieraan voorafgaand lezen we dat Petrus en Johannes werden gevangengenomen door de priesters, Sadduceeën en de tempelwacht, omdat ze getuigden van de opstanding uit de dood en vertelden dat uit naam van Jezus een man genezen was, die veertig jaar verlamd was geweest. Uiteindelijk werden ze de volgende dag weer vrijgelaten, omdat deze leiders van de tempel het wonder niet konden ontkennen en er veel getuigen bij waren geweest. Zij verboden Johannes en Petrus wel uitdrukkelijk de naam van Jezus niet meer te gebruiken. Maar toen zeiden Petrus en Johannes: “Kunnen wij het tegenover  God verantwoorden om wel naar u te luisteren en niet naar Hem? Oordeelt u zelf! We moeten immers wel spreken over wat we gezien en gehoord hebben.”
Hebben we niet vaak de neiging om maar onopvallend christen te zijn, zodat je gewoon mee kan doen met de rest en op zondag toch nog trouw God kan dienen in een beschermde kerk met een dikke muur?

Petrus en Johannes laten dit voorbeeld niet zien! Het geloof spat eraf! Ze kunnen niet stoppen met getuigen van het reddingswerk van de Heer Jezus. Ze moeten wel spreken over wat ze gezien en gehoord hebben! Toen Johannes en Petrus werden vrijgelaten, vertelden ze gelijk aan de leerlingen van Jezus wat de oudsten en de hogepriesters hadden gezegd. En de leerlingen? Zij verstopten zich niet bang in een hoekje voor de dreigementen van de leiders van de tempel, maar vroegen vol overgave volop vrijmoedigheid om Gods boodschap door te geven. Ze baden om Gods nabijheid en hulp, zodat er zieken genezing vinden en er tekenen en wonderen gebeuren in de naam van Jezus.
Psalm 2 heeft David geschreven. In zijn tijd actueel, in de tijd van Handelingen actueel, nu eveneens actueel! Zijn er nog veel heersers die zich iets van God aantrekken? Nee toch, zeker! Ze moeten niets hebben van God. Ze zoeken het zelf wel uit. Ze weten het zelf beter: Gods tijd is om. Maar Gods tijd is niet om! Hij heeft zijn Zoon tot Koning gezalfd. Hij heeft Hem de macht gegeven over hemel en aarde! Daar kunnen de aardse koningen niets tegen beginnen met hun zinloze plannen, geweld en machtsvertoon.

En wij? Bid dit gebed van de gelovige! Bid om vrijmoedigheid om in deze koude, ik-gerichte wereld over Gods liefdevolle boodschap te spreken. God wil nog steeds laten zien dat Hij de Almachtige is. Ook nu laat Hij, op Zijn tijd, tekenen en wonderen zien! Bid dit gebed! Nu, je zegt dat wel zo stellig, kan je zelf een voorbeeld noemen dan, dat je hebt meegemaakt of gehoord uit betrouwbare bron?

dinsdag 13 januari 2015

Heer, ik geloof. Kom mijn ongeloof te hulp!

Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp!

Deze keer niet een lange Bijbelstudie. Maar een schreeuw om hulp met de Bijbel als het  rotsvaste ware Woord in de hand.

Terroristen in naam van Allah zaaien door ontelbare moorden, martelingen, ontvoeringen en geweld angst, intens verdriet en wanhoop. God, ook uw volgelingen worden en masse vermoord! Mijn God, mijn God, waarom toch? Heer, geef ons moed om door te gaan! Heer, geef ons uw vrijheid weer!

Met Psalm 80 bid ik U, red uw kinderen, bescherm ons! We kunnen niet zonder U! Blaas Uw Geest op ons en geef ons de vrijmoedigheid om voor U te leven: Een getuigenis. Van Asaf, een psalm.

Hoor ons, herder van Israël,
Die Jozef leidt als een kudde.
U die troont op de cherubs, verschijn in luister
Aan Efraïm, Benjamin en Manasse

Laat uw kracht ontwaken,
Kom en red ons.
God, keer ons lot ten goede,
Toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.

Heer, God van de hemelse machten,
Hoe land nog blijft u vertoornd op uw biddende volk?
U liet ons brood van tranen eten
En een stroom van tranen drinken.

U hebt andere volken tegen ons opgezet,
Onze vijanden drijven de spot met ons.
God van de hemelse machten, keer  ons lot ten goede,
Toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered.

U hebt een wijnstok uitgegraven in Egypte,
En volken verdreven om hem te planten.
U gaf hem een ruime plek,
Hij schoot wortel en vulde het land.

De bergen werden bedekt door zijn schaduw,
De machtige ceders door zijn twijgen,
Hij strekte zijn takken uit tot de zee,
Tot aan de Grote Rivier zijn ranken.

Waarom hebt U zijn omheining vernield?
Voorbijgangers plukken hem leeg,
Wilde zwijnen wroeten hem om,
Velddieren vreten hem kaal.

God van de hemelse machten, keer u tot ons,
Kijk neer uit de hemel en zie,
Bekommer u om deze wijnstok,
De stek die uw hand heeft geplant,
Het kind dat u zelf hebt grootgebracht.

Hij s verbrand en weggehakt,
Verkwijnd onder uw duistere blik.
Leg uw hand op uw beschermeling,
Het mensenkind dat u hebt grootgebracht.

Dan zullen wij niet van u wijken.
Laat ons leven, en wij roepen uw naam:
Heer, God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede,
Toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered!


Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
‘Breek uw tent op, ga op reis
naar het land dat Ik u wijs.
Here God, wij zijn vervreemden,
door te luist’ren naar Uw stem.
Breng ons saam met Uw ontheemden,
naar het nieuw Jeruzalem.

Door de wereld klinkt een lied,
tegen angsten en verdriet,
tegen onrecht, tegen dwang,
richten pelgrims hun gezang.

Here God, wij zijn vervreemden,
door te luist’ren naar Uw stem.
Breng ons saam met Uw ontheemden,
naar het nieuw Jeruzalem.

Velen, die de moed begaf,
blijven staan, of dwalen af.
Hunk’rend naar hun oude land,                                    
reisgenoten, grijp hun hand.

Here God, wij zijn vervreemden,
door te luist’ren naar Uw stem.
Breng ons saam met Uw ontheemden,
naar het nieuw Jeruzalem.

Test jezelf:

1.       Al deze berichten van bloedbaden, christenvervolging, vele vluchtelingen, wat doet dat met jou? Word je er bang van, boos, strijdlustig, of…? Praat er eens met anderen over.
2.       Lees eens uit Openbaring 11 en 16. Wat een verschrikkingen, wat een plagen bij Gods eindoordeel! Denk jij, dat de verschrikkingen die we nu over de hele wereld mee maken hier in een spil in kunnen zijn?
3.       Wat vraagt God van ons persoonlijk, hoe wij op onze plek, met onze eigenheden, in de wereld Hem en zijn schepping kunnen dienen?
4.       Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp! Lees ter bemoediging en aansporing  Mattheüs 10: 28-33

Jezus gaf aan de twaalf apostelen deze bemoedigende aansporende woorden mee:

Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is en ziel en lichaam om te laten komen in de Gehenna, Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil. Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. Iedereen die Mij zal erkennen bij de mensen, zal ook ik erkennen bij mijn Vader in de hemel. Maar wie Mij verloochent bij de mensen, zal ook Ik verloochenen bij mijn Vader in de hemel.