Het tiende gebod
Tekst:
Exodus 20: 17 Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin
op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem
ook maar toebehoort.
Niet begeren. Ben ik in staat geweest God te danken voor mijn leven?
Heb ik vertrouwd op zijn goedheid, wijsheid en hulp?
Bijbelstudie:
·
Jaloers zijn. Dat kunnen we toch allemaal wel! Wow,
wat een coole kleren heeft Jiska! Die wil ik ook! Waarom hebben mijn ouders nou
niet zoveel geld, zodat ik nooit eens met de mode kan doen!
·
Ik kan toch moeilijk onderdoen voor die nieuwe
wagen van de buren links van ons? Dat gaat toch niet! !
·
Zij gaan 3 keer per jaar op vakantie. Twee keer
op wintersport en in de zomervakantie ruim 3 weken naar een ver warm land. En
wij? Wij gaan 2 weken weg in de zomervakantie in Nederland, verder niet. Dat is
toch niet eerlijk! ! …Ga zomaar door…
Ben je misschien even vergeten
wat je wel hebt mogen doen en wat je wel hebt gekregen? Ben je misschien even
vergeten dat er belangrijker dingen op de wereld zijn dan hetzelfde of meer willen
hebben dan de ander heeft?
Weet je, met jaloersheid maak je
jezelf en je naaste kapot! Jaloersheid verdrijft tevredenheid met wat je hebt.
Jaloersheid schuift ook dankbaarheid uit beeld. Heeft God je zo weinig gegeven
dan? Dat je alsmaar meer wilt en niet dankbaar kan zijn met wat je wel hebt? Je
kunt ook de andere kant opkijken en zien met hoe weinig anderen tevreden kunnen
zijn. Neem daar eens een voorbeeld aan.
Wat is eigenlijk het
allerbelangrijkste in je leven? Sla daar eens I Korinthiërs 13 op na:
Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen –had ik de
liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle
cimbaal…. Al verkocht ik mijn bezittingen, omdat ik voedsel aan de armen wilde
geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon daar trots op zijn- had ik de liefde
niet het zou mij niet baten. De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde
kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet
grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boosmaken en rekent het kwaad niet
aan, ze verheugt zich niet over het onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid.
Alles verdraagt ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. De liefde zal nooit
vergaan…. Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan
is de liefde.